Geschiedenis

Kahal Kados Talmud Tora, de Portugees-Israeliëtische Gemeente te Amsterdam, is de oudste Joodse gemeente van Nederland. De gemeente werd in 1639 opgericht door Portugese Joden die Antwerpen ontvluchtten toen die stad aan het eind van de zestiende eeuw onder Spaans bewind kwam. Al eerder hadden zij Spanje en Portugal verlaten om aan de Spaanse Inquisitie te ontkomen. De Sefardische Joden vonden een veilige thuishaven in het tolerantere Amsterdam.

In korte tijd werden in Amsterdam drie Sefardische gemeenten opgericht: Bet Jacob in 1610, of 1602, Neve Salom tussen 1608 en 1612 en Bet Israel in 1618. In april 1639 gingen de drie gemeenten samen verder onder de naam Talmud Tora, ook wel de Portugees-Israëlietische Gemeente genoemd. Waarom zien we in deze naam geen verwijzing naar Spanje en wel naar Portugal? Dit hangt samen met de actualiteit van toen: Nederland voerde een vrijheidsoorlog tegen Spanje. De enkele aanduiding ‘Portugees’ is dus waarschijnlijk ontstaan om vereenzelviging met de Spaanse vijand te voorkomen.

Veel van de nieuwkomers waren nakomelingen van Joden die zich gedwongen hadden laten dopen, ook wel Marranen of conversos genoemd. De voertaal van de gemeenschap was Portugees; voor wetenschappelijk werk, proza en poëzie werd het Spaans gebruikt. In die eerste jaren stonden de rabbijnen toe dat een deel van de eredienst in het Portugees werd gedaan om de terugkeer naar hun Joodse roots voor de conversos te vergemakkelijken. Pas toen de gemeenteleden het Hebreeuws weer machtig waren, werd de dienst helemaal in het Hebreeuws gehouden. Tot op de dag van vandaag worden de ‘dienstmededelingen’ in het Portugees gedaan.

Interieur Esnoga, gravure 17de eeuw.

In die eerste decennia werden de rabbijnen en hazanim vooral uit Italië betrokken, en soms  uit Saloniki en Marokko. Later werd Amsterdam zelf een centrum van Joodse studie en wetenschapsbeoefening. Dat resulteerde in de oprichting van seminarium Ets Haim, dat al gauw ook een omvangrijke bibliotheek opbouwde. Ets Haim-Livraria Montezinos bestaat tot op de dag van vandaag en is een van de meest vooraanstaande Joodse bibliotheken in de wereld.

Eeuwenlang was de Amsterdamse gemeenschap het centrum van de Sefardische wereld. Zij bracht veel rabbijnen, wetenschappers, filosofen, kunstenaars, koopmannen en bankiers voort, die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de bloei van Nederland in de Gouden Eeuw en daarna.

De prominentie en rijkdom van de Portugese Joden vond zijn ultieme uitdrukking in de bouw van de Esnoga, ook wel Snoge genoemd, aan het Mr. Visserplein, nog altijd het hart van de PIG. De Esnoga in Amsterdam is samen met de synagoge in Praag, de oudste nog functionerende synagoge.

De bouw van de Esnoga begon in 1671 aan wat nu het Mr. Visserplein is, maar toen de rand van de stad markeerde. Het is gebouwd in de classicistische, ‘strakke’ stijl, die toen bij de Amsterdamse elite populair was. Het ontwerp was van bouwmeester Elias Bouwman, ook verantwoordelijk voor het Huis De Pinto aan de Sint Anthoniebreestaat.

De Amsterdamse synagoge is de inspiratie geweest voor een aantal zustergemeenten, bijvoorbeeld die in Nieuw Amsterdam (later New York), Newport (Rhode Island VS), Londen en Curaçao.  In de Mikvé Israel-Emanuel-synagoge in Willemstad is dat goed te zien. Het interieur is bijna een exacte kopie van de Esnoga in Amsterdam.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren er Portugees-Israëlietische Gemeenten in Den Haag, Naarden, Rotterdam en Middelburg.

De Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging betekenden een zware slag voor de gemeente. Van de 4.300 Portugese Joden werden er niet minder dan 3.700 vermoord. Toch werd er op 9 mei 1945, vier dagen na de bevrijding, alweer een dienst georganiseerd in Snoge. Op een beroemd geworden foto van Boris Kowadlo zien we een aantal parnassiem (bestuurders) die Tora-rollen ronddragen, bijna of er niets is gebeurd, terwijl de banken van de voormalige bestuurders, gemeente-en familieleden voorgoed leeg zouden blijven. De mannen op de foto hadden de moed om de draad weer op te pakken. Wonder boven wonder waren Snoge en haar heilige voorwerpen ongeschonden gebleven. Dat laatste was te danken aan een klein aantal families dat in de oorlog de Snoge en haar schatten bewaakte.

Een deel van de overlevenden en sommige van hun kinderen en kleinkinderen, hebben hun gemeente nooit losgelaten. Daarnaast zijn er door de jaren heen leden bijgekomen met een Noord-Afrikaanse, Israëlische en Irakese achtergrond. Vandaag de dag groeit het aantal leden, zij het langzaam. Er zijn nu ongeveer 250 gezinnen lid van de gemeente, dat betekent in het totaal ruim 600 mensen.

Het rijke bezit en het erfgoed van de gemeente, waaronder de bibliotheek Ets Haim, zijn in 2003 veiliggesteld in de zogeheten CEPIG, stichting Cultureel Erfgoed Portugees-Israëlietische Gemeente. Dat heeft het mogelijk gemaakt fondsen en subsidies voor de restauratie en het onderhoud van het synagogecomplex te werven. Sinds januari 2009 is het beheer en de exploitatie van de stichting in handen van het Joods Historisch Museum. Dat laat de PIG vrij om zich op haar religieuze en sociale taken te richten.

Foto: Boris Kowadlo

FOTO’S: COLLECTIE JOODS HISTORISCH MUSEUM, AMSTERDAM.