De Drie Weken en Tiesjnga be’Ab

Bij de Amsterdamse Gemeente Talmud Tora bestaan verschillende gebruiken voor de Drie Weken. Deze beginnen met de vastendag van 17 Tammoez en eindigen een etmaal na de vastendag van Ab – op 10 Menachem (Ab).

Een bijdrage van Salomon Vaz Dias

17 Tammoez
Op 17 Tammoez vast men van zonsopgang totdat het donker is geworden. Op de meeste vastendagen wordt Parasa gelezen uit Sjemot 32: 11-14 en vervolgens uit Sjemot 34: 1-10. Bij het namiddaggebed worden de Talliet (gebedsmantel) en Tefilien (gebedsriemen) gedragen. Tijdens de drie Psalmen voor het einde van het namiddaggebed wijst de dienstdoende Parnas drie personen, “jechidiem” genoemd, aan voor de collectie van drie fondsen: Sedacah, Cautivos en Terra Santa. Dit betreft het armenfonds van de Gemeente, het bouwfonds en een collectie ten behoeve van het Heilige Land. Hiervoor bezit de Gemeente drie Tazzas, zilveren collecteschaaltjes.

“Tijdens deze periode treedt men niet
in het huwelijk.”

Tijdens de drie weken vanaf 17 Tammoez is het niet gebruikelijk in het huwelijk te treden. Op saba wordt uit de boeken Jeremia en Jesaja gelezen over het immorele gedrag en de te grote mate van ongeloof van het Joodse volk. De namen voor deze Sjabbatot zijn: Saba Dibré, Saba Sjimngoe, en Saba Chazon, ook wel Saba Echa genoemd. Op de Teba ligt dan een eenvoudig tapijt, het spreekgestoelte is ingeklapt en er worden geen brokaten mantels versierd met grote zilveren ornamenten gebruikt.

Tazza

“Sjaboeang sje-chal bo”
Uitgaande Saba Chazon wordt er Habdala gemaakt over wijn, specerijen en een kaars. Vanaf Saba Chazon tot en met de 10 Menachem (Ab) is het gebruikelijk geen vlees, kip en wijn te consumeren. Men doet niet de was, scheert zich niet en bezoekt niet de kapper. Ook gaat men deze dagen niet naar theater of een concert. Dit heeft te maken met het principe van “Sjaboeang sje-chal bo” – het speciale karakter van de week waarin Tiesjnga be’Ab valt. Zie hierover Chacham Asher ben Yehiel (1250 of 1259 – 1327), ook wel bekend als de Rosh, in Tanganiet 4:32. Chacham Obadja Yosef schrijft in zijn Yalkut Yosef (10:551) dat Sefardische Joden de Rosh moeten volgen. In een jaar waarin 9 Ab naar zondag wordt verplaatst of uitgesteld wordt, zo schrijft de Rosh, zijn de bepalingen van “Sjaboeang sjechal bo” niet van toepassing en vervallen de bijzondere regels.

Tiesjnga be’Ab
Ingaande de vastendag van Ab wordt het namiddaggebed in de vroege middag gelezen. Na afloop wordt thuis een eenvoudige rouwmaaltijd met brood en hardgekookte eieren genuttigd. Op 9 Ab hangt voor de Hechal een zwart gordijn. Alle koperen kandelaars bij de Hechal en op de Teba zijn óf verwijderd óf met een zwart omhulsel bedekt. Er ligt een zwart kleed op de Teba met daarop zes koperen Umra’s, koperen kandelaars. De Chazan leest vanaf een lagere, bijzondere bank. De Parnassimbank wordt niet gebruikt en de bestuurders nemen plaats in de kleine Velhosbanken in het schip Slechts de lichtjes op de banken branden. Er wordt in alle somberheid gelezen. Toch zijn de melodieën van de klaagliederen schitterend; zij behoren tot de oudst bekende joodse liturgische muziek.

“Sommige gezangen worden “wegens de catastrofe van 1939-1945” overgeslagen.”

Zie voor meer informatie over deze liturgische muziek New Perspectives on the Music of the Spanish-Portuguese Synagogues in North-Western Europe, door Edwin Seroussi, in Studia Rosenthaliana Vol. 35, No. 2 (2001), pp. 297-309. Beluister hier de Amsterdamse en New Yorkse melodieën.

De Teba op Tiesjnga be’Ab.

Daarnaast wordt het boek Echa gelezen. Sommige gezangen worden “wegens de catastrofe 1939-1945” thans overgeslagen. Dit is in 1945 zo door Chacham S.A. Rodrigues Pereira bepaald. Na afloop van de avonddienst begroet men elkaar niet, maar zegt “Morir Havemos”. Na de ochtenddienst wordt uit het boek Job gelezen, waarna alle attributen in Snoge terug op de gebruikelijke plek worden gelegd.